Dit schilderij belichaamt de spanning tussen twee werelden. Aan de linkerzijde straalt het diepe, roestbruine vlak een aardse warmte uit, terwijl de rechterkant met zijn zachte blauw een open, luchtige ruimte creëert. Tussen deze twee sferen wringt zich een smalle, vibrerende grens van kleurrijke, druipende lijnen—een breekpunt waar energie, beweging en verandering plaatsvinden.
De verf lijkt zich als wortels of nerven een weg te banen, alsof de kleuren de verbinding vormen tussen grond en lucht, tussen stabiliteit en vrijheid. De dunne, speelse lijnen suggereren een fragiel evenwicht, alsof er een constante interactie gaande is tussen beide vlakken. Dit werk gaat over transitie, over het moment waarop iets verschuift, maar nog niet volledig veranderd is.
Er zijn nog geen beoordelingen.